Koorlid Carolijn vertelt.

Bij de vraag "wat doe ik aan bij het optreden met Focus"is de verwarring al groot. Ik sta voor mijn kast te zoeken naar het juiste kledingstuk in zwart en/of wit. Wat doe je eigenlijk aan als je in de bediening zit? Wat doe ik mezelf eigenlijk aan, nu ik ineens (voor heel even) in de bediening zit? Toen had ik het al kunnen weten: dit wordt zo'n avond.

 

Het is een mooi en verrassend idee om op zaterdag 10 oktober een flash mob te geven aan de jubilerende Vrijwillige Reddingsbrigade in het Zuiderstrandtheater. Het idee is niet van ons, maar de uitvoering zullen we wel helemaal van ons maken.

Vooraf verzamelen in de foyer van het theater. Aan alles is gedacht dus we hebben zelfs ruimte en tijd voor een nieuwe groepsfoto. Als de geselecteerde koorleden worden opgehaald voor de bediening beginnen de kriebels te komen. Ik ben in het geheel niet zeker van mijn outfit. Zwart met wit is nog tot daar aan toe maar heeft de bediening een jasje aan? Of een sjaal om? 

We worden opgehaald om te assisteren bij het uithalen. Dat had ik intussen wel opgestoken: niets geen afruimen maar uithalen. En geen rottigheid maar bordjes. Ik weet dat het zo'n avond is als we twee tellen later met sloof en al in een professioneel treintje van bediend personeel met het nagerecht het podium oplopen. Mijn zwarte jasje en sjaal hangen ergens in de geïmproviseerde keuken en de sloof past zo goed dat mijn onervarenheid waarschijnlijk niet aan de buitenkant te zien is. Maar stiekem druipen mijn vingers van het ijs waar ik in gegrepen heb bij het pakken van de drie schoteltjes. Overigens heeft niet iedereen last van dit gevoel want een van ons komt breed lachend terug van het eerste rondje toetjes en fluistert "ik vind het leuk!".

Het is de bedoeling om vooral niet op te vallen , te mixen met de professionals en op de goede plek te staan als de bliksemflits de start van onze flash mob aankondigt. Als ik nog eens naar ons groepje kijk bedenk ik me gierend van de binnenpret dat het 'niet opvallen'alvast jammerlijk mislukt is: niet iedereen past de sloof of de gemiddelde leeftijd van 22 en niet iedereen (lees: ik) kan de route naar de keuken onthouden. En toch zijn we tevreden en staan we op de juiste plek als de muziek start. Het koor komt op uit de coulissen en daar staan we dan, bij de boot, op het podium van het Zuiderstrandtheater met ons succesnummer "Umbrella".

Als Dennis Weening het publiek vraagt ons te volgen naar de foyer gaat het ook goed. Mij lijkt het dat de gasten enthousiast zijn en we stellen ons probleemloos op bij de bar in de bovenruimte. Dan blijkt dat ik me misschien vergist heb. Ineens bekruipt met de gedachte dat het ook zo kan zijn dat ze blij zijn dat ze nu echt met elkaar kunnen kletsen en herinneringen kunnen ophalen. Als de diapresentatie start terwijl wij de meest mooie feestklanken laten horen weet ik het zeker: dat gejoel is niet voor ons. Onze contactpersoon loopt druk gebarend heen en weer en even later is de presentatie gestopt. Dennis vraagt wat extra aandacht voor Focus en we gaan weer verder. Goed en energiek zingen wij ons repertoire. Als Loek wat afgeleid is door dansende jongeren, luid kletsende ouderen en een slecht zicht op Jim de geluidsman, knik ik hem nog eens bemoedigend toe: "we gaan lekker!"

Het is intussen niet meer belangrijk wat we aan hebben, of mijn handen nog plakken van het ijs, en of mijn gewaardeerde buurvrouw de nootjes op tijd heeft. We zingen goed, hebben lol en maken er wat van. Passend bij zo'n avond is dat de band die na ons geprogrammeerd staat vol van start gaat op het moment dat wij ons finalenummer inzetten. De dame van de organisatie krijgt een kleine spierverrekking van het wapperen met haar armen maar ik kan er hartelijk om lachen en voel om me heen dat we er gewoon nog een tandje bijzetten. Met veel dank van de organisatie gaan we weer naar huis. Bevestigd is dat ik, ondanks mijn passende outfit, niet in de bediening thuishoor en eens te meer is bevestigd dat ik erg veel plezier beleef aan de optredens met Focus.

Zo'n avond doen we nog eens!